Sint Maarten


Martinus werd in het jaar 316 te Sabaria in Hongarije geboren. Zij ouders waren heidenen. Zijn vader bekleedde een voorname rang in het leger. Toen Maarten 10 jaar was ging hij, tegen de wil van zijn ouders, naar de katholieke kerk waar hij zich liet opnemen onder de geloofsleerlingen.
Op zijn 15e jaar trad hij in dienst van het leger. Het was midden in de winter toen een officier Maarten opdracht gaf een bevel over te brengen naar Arniens. De bittere kou drong door zijn mantel heen en verkilde zijn ledematen. Maar zie, bij de poort van Arniens ligt een bedelaar, naakt. De man steekt zijn hand uit en smeekt om een aalmoes. Maarten heeft niets bij zich, de man rilt. Maarten bedenkt zich geen moment, neemt zijn zwaard en snijdt zijn zware, rode mantel in tweeën en geeft de helft aan de bedelaar. Maarten rijdt verder, maar vreemd hij voelt de kou niet meer. Maar nog vreemder gaat gebeuren. In de nacht verschijnt Christus aan Maarten. Wat ziet Maarten? Christus heeft de helft van zijn rode mantel om en hij lijkt op de bedelaar. Christus zegt: "Dit kleed heeft Maarten mij gegeven en hij is nog maar geloofsleerling"
Op 18 jarige leeftijd werd Maarten gedoopt. Later, in 371, werd hij bisschop van Tours maar bleef arm en bescheiden. Kort voor zijn einde nabij was zag hij de duivel. "Wat wilt ge, gruwzaam dier, gij zult aan mij niets vinden wat u toebehoort". Na deze woorden stierf St. Maarten, 81 jaar oud, op 11 november 397.


Het Sint Maartensvuur

Het Sint Maartensvuur is het enige oude lichtjesfeest dat ons nog rest van de vroegere herfstfeesten. De lichtjestijd begon rond 17 september, dan werden de lampen gevuld met olie en met een lampionoptocht werd de herfst ingeluid.
Het feest van St. Maarten was vroeger een echt natuurfeest. De boeren hingen een uitgeholde biet of knolraap aan de deur om te laten zien dat het werk klaar was. De oogst was binnen, de slacht aan de kant en het winterkoren gezaaid. Het lichtje in de biet wil zeggen dat we het licht nu binnen moeten zoeken in de donkere tijd voor Kerstmis.
De 11e november was voor de boeren een belangrijke datum, dan ging het nieuwe pachtjaar in en moesten ze accijns betalen. De gehele gemeenschap verzamelde hout voor het St. Maartensvuur, dat 's avonds werd aangestoken. De as werd het hele jaar door bewaard om te gebruiken tegen besmetting van mens en dier. Het St. Maartensvuur wordt ook wel angstvuur genoemd omdat men bang was voor de donkere dagen.
De 11e november is een echt kinderfeest geworden. Men gaat in optocht met feestelijke lampionnen naar het vuur. Op vele plaatsen gaat St. Maarten te paard voorop en de plaatselijke muziekverenigingen begeleiden de hele stoet. De as die vroeger werd bewaard, wordt nu ter plekke gebruikt om elkaar goed zwart te maken.
In Broekhuizenvorst en Broekhuizen gaan de kinderen sinds 2003 weer langs de huizen om hun lampions of fakkels te showen en de kinderen worden hiervoor dan beloond.

Sint Martinus bisschop,
roem van alle landen,
dat wij hier met lichtjes lopen,
is voor ons geen schande.
In de hoge vorsten,
hangen dikke worsten,
geef ons de lange,
laat de korte hangen.
Hier woont vast een rijke man,
die ons wel wat geven kan.
Veel zal hij geven,
lang zal hij leven,
zalig zal hij sterven,
het hemelrijk beërven.

Is het donker lucht op Sint Martijn, zo zal het een zachte winter zijn, maar is die dag het weer helder, de vorst dringt door in menig kelder.