Antoon Hanssen




Mgr. Jan Michel Joseph Antoon Hanssen, bisschop
(geboren te Oostrum op 20-8-1906. Overleden te Nijmegen op 25-6-1958).

Zoon van Peter Johannes Hanssen en Maria Gertruda Hendrina Loonen.
De vader van Antoon Hanssen kwam uit Broekhuizenvorst en ging na zijn huwelijk in 1904 in Oostrum, waar zijn vrouw vandaan kwam, wonen.
Antoon Hanssen werd als tweede kind in het uiteindelijk zes kinderen tellende gezin geboren.
In 1914, toen hij 8 jaar oud was, verhuisde hij met het gezin naar de ouderlijke woning van zijn vader in Broekhuizenvorst. Dit was hoeve "Aen gen Sandt" in Ooijen (waar nu de fabriek van Oerlemans staat).

Antoon Hanssen doorliep met uitstekend gevolg het gymnasium te Roermond. Na verdere studie in Rolduc en op het grootseminarie te Roermond werd hij in 1930 priester gewijd.
Tot 1934 studeerde hij aan de Apollinaris, de pauselijke rechtshogeschool te Rome om in 1937 te promoveren op het proefschrift "De sanctione nullitatis in processu canonico".

Van 1934 tot 1947 doceerde hij kerkelijk recht aan het grootseminarie te Roermond.
Tevens werd hij redacteur van Nederlandse Katholieke Stemmen en bestuurslid van een volkshogeschool, de R.K. Limburgse journalistenkring en de landelijke Katholieke Actie.
In januari 1945 werd hij met vele stadgenoten naar Friesland geëvacueerd en werkte vanuit Drachstercompagnie tot eind juni in de zielzorg onder zijn lotgenoten.
Zijn benoeming tot coadjutor van de bisschop van Roermond met recht van opvolging in 1947 was voor hem en zijn naasten een verrassing.
De bisschopswijding geschiedde in de nood-kathedraal. Zijn wapenspreuk was: "Vince in bono malum". Tevens werd bij benoemd tot titulair bisschop van Birtha.
In Broekhuizenvorst werd de wijding daarna met de gehele gemeenschap op grootse wijze gevierd.

Sedert 1948 was hij emigratie-bisschop, de schakel tussen het Nederlandse episcopaat en anderzijds de vaderlandse emigratie-instanties en bisschoppen in de immigratie-landen. Hij reisde naar de V.S., Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Brazilië. Door zijn bemiddeling en baanbrekend werk werden priesters benoemd en geestelijke nazorg geschapen voor de emigranten.

Met F. Féron, vicaris-generaal van zijn bisdom, ontwierp Mgr. Hanssen het Mandement: "De katholiek in het openbare leven van deze tijd"; in enigszins gematigde vorm vaardigde het Nederlandse episcopaat dit in 1954 uit. Het pleitte voor het behoud van de eigen katholieke organisaties. Maar het verbod van het lidmaatschap van NVV, VARA en PvdA wekte beroering bij katholieken en niet-katholieken; ook de boven-Moerdijkse bisschoppen waren er niet gelukkig mee.

In opdracht van de Congregatie de Propaganda Fidei te Rome visiteerde Mgr. Hanssen in 1956 de pas herstelde hiërarchieën in Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland en IJsland.

Toen bisschop Mgr. J.H.G. Lemmens emeritus werd, bestuurde Mgr. Hanssen vanaf nieuwjaar 1958 het bisdom Roermond. Hij zocht per dekenaat contact met zijn geestelijkheid; het lukte niet, zoals hij wenste.

Binnen een halfjaar openbaarde zich een ongeneeslijke ziekte. Zijn manier van sterven in het academisch ziekenhuis te Nijmegen imponeerde menigeen.

Volgens eigen zeggen dankte Hanssen zijn religiositeit aan zijn vrome, reeds op zijn elfjarige leeftijd verloren moeder. Hij was een typische Noordlimburger, ijverig, energiek, sober, vasthoudend en trouw, maar hij kende zijn tekortkomingen. Improviseren, relativeren, humor en vlotte omgang met medemensen waren niet zijn sterkste zijden. Met grote intelligentie en eruditie kweet hij zich van zijn verantwoordelijke taken.
Mgr. Hanssen werd begraven in de bisschoppelijke grafkapel in Roermond.
Na zijn dood werd zowel in Broekhuizenvorst als in Oostrum een straat naar hem vernoemd.

(Bovenstaand artikel over zijn oom is beschikbaar gesteld door Martien Hanssen. Het is voor het merendeel overgenomen uit een publicatie van het ING, Instituut voor Nederlandse Geschiedenis).