De voormalige gemeente Broekhuizen



Landschap

Broekhuizen en Broekuizenvorst zijn typische nederzettingen langs de Maas.
Broekhuizen, Broekhuizenvorsten het gehucht Ooijen liggen aan de Maas. Hoewel de rivier een natuurlijke barrière vormt met het gebied en de dorpen aan de overkant, wordt er al eeuwenlang een veerverbinding onderhouden. Bekend is dat er al in 1474 een veer was, dat eigendom was van de heer van het kasteel Broekhuizen.

Behalve door de huidige loop van de Maas wordt het landschap ook gekarakteriseerd doordat de rivier in een ver verleden haar loop veranderde. Daardoor ontstonden de zogenaamde Maasmeanders.
Deze oude rivierlopen vindt men alleen in Midden- en Noord-Limburg. De bodem van deze Maasarmen bestaat uit een typische grondsoort: rivierleem. Rivierleem, niet te verwarren met rivierklei, is slecht water doorlatend en heeft een zeer laag humusgehalte.
Overblijfselen van de oude Maasbedding zijn in het landschap vaak te herkennen als stilstaande waterplassen, vaak verscholen in wijde boogvormige broekformaties (broek = moeras). Met name het gebied "Het Schuitwater/Broekhuizerbroek" is daar een prachtig voorbeeld van. Hier werd vroeger veen afgegraven en per schuit weggevoerd.
Het natuurgebied Broekhuizerbroek is 230 hectare groot en kent een rijke fauna en flora. Ook bekend zijn de diverse knuppelbruggetjes.
Door dit natuurgebied loopt het bekende Pieterpad.

Een andere oude Maasarm begint bij Broekhuizenvorst en eindigt een kilometer ten noorden van het noordelijker gelegen dorp Wanssum. De visvijvers ten noorden van Broekhuizenvorst maken deel uit van deze meanders.

Veel benamingen in dit gebied duiden op een lage ligging. De Beerendonck daarentegen, was een hoger gelegen woonplaats in lager gelegen drassig land.


Ruilverkaveling


Vanaf de 19e eeuw zijn maatregelen genomen om de waterstand van de Maas te reguleren. Dat is gebeurt door het "rechttrekken" van bochten en het bouwen van stuwen. Daardoor is de rivier zowel bevaarbaar gemaakt, alsook de waterafvoer verbeterd. Behalve door aanpassing van de Maas is het landschap in Noord-Limburg ook beinvloed door ruilverkavelingen. Door de verkavelingen van omstreeks 1960, zijn boerderijen uit het dorp verplaatst, nieuwe gebouwd, en wegen verlegd of nieuw aangelegd. Hiernaast een voorbeeld van een nieuwe boerderij, zoals deze, naast de oude, in de gemeente voorkomen.


Gemeentehuizen

Hoewel de gemeente al in 1800 ontstond, is het eerste gemeentehuis pas in de loop van de vorige eeuw in gebruik genomen. Daarvoor werden de gemeentelijke zaken bij de burgemeester aan huis afgehandeld. Willem Wouter Hermans, die van 1843 tot 1887 burgemeester was, liet in 1862 de woning/boerderij Broekhuizerweg 36 bouwen. Daarin werd ruimte gehuurd voor de gemeentelijke administratie. Na Willem Wouter zijn nog zijn zoon en kleinzoon tot burgemeester benoemd. Ook zij hebben in deze boerderij gewoond, en van daaruit de gemeente bestuurd. Nu is er het antiek- en tuindecoratiebedrijf Lignum Antiquum gevestigd.
In 1922 is er een nieuwe school gebouwd in Broekhuizenvorst. Het het jaar daarna zijn twee vertrekken van het oude, in 1856 gebouwde, school als gemeentehuis benut.
Pas in 1959 werd een nieuw gemeentehuis gebouwd, dat tot de opheffing van de gemeente dienst heeft gedaan.


Voormalige burgemeesterswoning W.W. Hermans
Het oude gemeentehuis
Het nieuwe gemeentehuis


Molens


Op de grens tussen Broekhuizenvorst en Broekhuizen aan de Broekhuizer Molenbeek lag aan de Maaszijde van de weg een watermolen die op 22 november 1944 werd verwoest.
Voor 1788 stonden hier 2 molens, uit ca 1500, bij de weg de graanmolen (hoge molen) en iets verderop de oliemolen (lage molen). In 1787 werd op de Duivenkamp (Molenberg) een windmolen gebouwd (graanmolen met ster). Deze molen is tussen 1918 en 1920 verdwenen. De lage molen is in 1788 afgebroken en de hoge molen is op 22 november 19