Korte geschiedenis


Ontstaan
De gemeente Broekhuizen is in 1800 ontstaan door een samenvoeging van de heerlijkheden Broekhuizen, Broekhuizenvorst en Ooijen.
In de loop van de tijd hebben de dorpen Broekhuizen en Broekhuizenvorst, en de buurtschappen Ooijen en Stokt deeluitgemaakt van diverse hertogdommen, konink - en keizerrijken.

De vroegste tijd
Uit archeologische vondsten blijkt dat de Maasoevers al duizenden jaren voor Christus bewoond moeten zijn geweest. Er zijn bewijzen van agrarische bebouwing uit de Bronstijd (ca 1500 - 700 v Chr.), de IJzertijd, de Romeinse tijd en de tijd van de volksverhuizingen. In 1913 werd in Ooijen een urnenveld van enige hectaren groot ontdekt. De urnen bevonden zich in de lage grafheuveltjes. De vondsten zijn overgebracht naar het Leids Oudheidkundig Museum. Er waren in die tijd niet veel wegen. Wel liep er een Romeinse weg van Maastricht naar Nijmegen via Blerick, Lottum en Cuijck naar het noorden.

Karolingen
Na de Romeinse tijd heersten in dit gebied de Karolingse vorsten.
Rond 800, de tijd van Karel de Grote, was het christendom ook hier doorgedrongen. Doordat onder de opvolgers van Karel het centrale gezag afbrokkelde, zagen veel lagere bestuurders, de leenmannen, kans hun macht te vergroten. Zo ontstond rond 1100 het graafschap Kessel, waartoe ook Broekhuizen, Broekhuizenvorst en Ooijen behoorden. In 1279 ging de graaf failliet en verkocht zijn bezit aan de graaf van Gelre.

Gelre/Spanje
Broekhuizen, Broekhuizenvorst en Ooijen bleven tot aan de Franse tijd onder het bewind van Gelre. Wel komt het graafschap in 1543 als laatste gewest in de Nederlanden door toedoen van Karel V (als Hertog van Gelre) onder Spaans gezag en blijft dat gedurende de 80 jarige oorlog (1568 - 1648). Er is toen bij tijd en wijle aan weerszijden van de Maas flink gevochten.
Bij de vrede van Munster in 1648 bleven de Maasdorpen, als onderdeel van Spaans Gelderland, onder Spaans bewind.

Heerlijkheden
Om aan geld te komen verhief de keizer de dorpen van Gelre tot Heerlijkheden en verkocht deze. Zo werd Broekhuizenvorst in 1655 als Heerlijkheid verkocht. Broekhuizen en Ooijen waren zeker al enkele honderden jaren eerder zelfstandige Heerlijkheden. Iedere Heerlijkheid had alleen, of samen met een andere plaats, een schepenbank (rechtbank).
De dorpen Broekhuizenvorst en Swolgen vormden in ieder geval al op 23 oktober 1424 samen één schepenbank, een combinatie die mogelijk tot circa 1729 bestond (een andere bron spreekt van 1771), waarna voor de Heerlijkheden Broekhuizen, Broekhuizenvorst en Ooijen een eigen schepenbank Broekhuizenvorst werd opgericht.
Er werd rechtgesproken tussen de touwen (zeilen), vandaar de naam Zeelberg. Waar galg en rad stonden opgesteld vond de voltrekking van het vonnis plaats (Galgenberg).

Kasteelheren
De geschiedenis van Ooijen is nauw betrokken met die van Broekhuizen. Seger van Broekhuizen (Van Broeckhuysen) stichtte in 1443 het riddergoed Ooijen.
Ook het herengoed "De Kolck" is ontstaan uit een neventak van de Van Broeckhuysens.

De plaatselijke kasteelheren hadden grote invloed. Zo was het huis Ooijen vertegenwoordigd in de Staten van het Overkwartier. Nog in 1652 had de heer van Ooijen zitting in de Staten van Gelderland. Vanwege het kasteel Broekhuizen ging rond 1600 Guido van Malsen ter Statenvergadering. Het kasteel van de Van Broeckhuysens is in de laatste wereldoorlog geheel verwoest. Slechts een ruïne herinnert nog aan dit eertijds zeer bekende geslacht.

Pruisen
De Maasdorpen bleven tot 1713 bij Gelre behoren, dat dus nog onder het Spaanse bewind viel. Ze werden toen (na de Spaanse successieoorlog, met het Tractaat van Utrecht) bij Pruisen ingelijfd. Maar Pruisisch Gelre bleef Nederlands taalgebied en ook het land- en stadsrecht bleef Gelre’s.

De Fransen
Een korte Franse bezetting omstreeks 1770 veroorzaakte veel armoede onder de bevolking, want bezettinglegers zijn dure kostgangers.
Na de Revolutie zijn de Fransen in 1793 weer terug op de westelijke Maasoever. De Hollanders hielden nog stand op de oostelijke oever. Op 1 maart van dat jaar trok de Hollandse overste Pyll vanuit Venlo naar het noorden om te proberen bij Arcen de Maas over te steken. De Franse bevelhebber liet de ca 50 soldaten steeds langs de Maasoever marcheren. De Hollanders die dit zagen dachten dat er een heel regiment op hen lag te wachten en zagen af van de overtocht. Op zondag 2 maart 1793 schoten zij een paar loden kogels af op Broekhuizen. Eén van die kogels is nog aan de buitenkant van de kerk te zien.
De Fransen schaffen de heerlijke rechten af, zij het met een zekere schadeloosstelling. De schout en de schepenen blijven nog tot 1798.
Het hertogdom Limburg gaat dan op in het Departement van de Roer, Broekhuizen hoort bij het kanton Horst.
In 1800 worden Broekhuizen en Broekhuizenvorst een zelfstandige gemeente.
In 1801 wordt heel Nederland ingelijfd bij Frankrijk.

Nederland en België
In 1815, na de nederlaag van Napoleon, hoort de gemeente Broekhuizen bij het Hertogdom Limburg, en behoort dan tot de Verenigde Nederlanden. Het Hertogdom Limburg, dus ook de gemeente Broekhuizen, behoort van 1830 tot 1839 bij België.
In 1839 werd de gemeente voorgoed Nederlands.